TERUG NAAR VOORBEELDEN

TWEE ONGEVALLEN MET BOOSTER BROMFIETSEN - FRONTALE AANRIJDING DOOR EEN AUTO

 

Booster -bromfietsen met hun kleinere wielen en lage aandrijving hebben een relatief laag zwaartepunt in vergelijking met de klassieke bromfiets. Ook heeft de bestuurder, die bij aanrijding door een auto meestal wordt opgeschept,  het zadel van zo een bromfiets veel minder tussen de benen  dan op een klassieke bromfiets of fiets.  Waar een fiets of klassieke bromfiets in de aanrijding door een personenwagen meestal aangestoten wordt onder zijn zwaartepunt en dus in de aanrijding de neiging heeft "geheven" te worden van het wegdek,  is dat voor een booster veel minder het geval.  

Eén en ander resulteert daarin dat de booster bromfiets in de aanrijding meestal wordt omgekipt op zijn andere flank en al vanaf de plaats van botsing krassporen tekent. Dit vereenvoudigt de zoektocht naar de juiste plaats van aanrijding.

Wanneer het aanrijdend voertuig nog niet op remming is gekomen, is er geen duikeffect door remming en staat de voorbumper van het aanrijdend voertuig nog niet neergedrukt.  Dan ligt het stootpunt van de botsing op de bromfiets nog wat hoger en heeft men nog meer het effect dat de bromfiets boven zijn zwaartepunt getroffen wordt en dadelijk omkipt op zijn andere flank. 

Wanneer het aanrijdend voertuig nog niet op remming is gekomen op moment van de aanrijding, kan het zijn dat de aangereden booster over zijn uittredetraject uit de botsing gevat wordt onder de voorbumper  van het aanrijdend voertuig en daar blijft steken.

 

ONGEVAL 1

De auto, een Citroën Berlingo, volgt de hoofdweg.  De bromfietser met duozitter komt uit een rechtsgelegen zijstraat en draait op snelheid de hoofdweg op naar links. De hoek is onoverzichtelijk.

Droog asfalt wegdek.   Ongeval bij duisternis en werkende openbare verlichting.

De Citroën-bestuurder komt nog op remming juist vóór botsing en houdt die remming vol tot zijn eindpositie ongeveer  20 meter voorbij de plaats van botsing. Door de excentrische botsingsstoot op zijn linker voorhoek roteert de Citroën wat in tegenwijzer zin  om zijn hoogte-as en komt dwars over de rijbaan tot stilstand.  Rekening houdend met de remafstand voorbij de plaats van botsing en de snelheidsvermindering in de botsing, kon de botsingssnelheid van de Citroën op ongeveer 70 km/u bepaald worden. 

De eindligging van de bromfietsbestuurder bevindt zich ca. 37,5 meter voorbij de plaats van botsing.

De eindligging van de duozitter bevindt zich ca. 30 meter voorbij de plaats van botsing.

Beide opzittenden van de bromfiets werden in dit ongeval dodelijk gewond.

 

De eindligging van de bromfiets bevond zich ca. 55m voorbij de plaats van botsing. 

[Rekening houdend met een uittredesnelheid van de bromfiets uit de botsing van ca. 65 km/u (blijkend uit een PC-CRASH simulatie),  valt te berekenen dat de gemiddelde vertraging van het wrak van de bromfiets over zijn totale werpafstand voorbij de plaats van botsing iets minder dan 3 m/s² bedroeg.]

 

 

De ongevalschets:  (opgedeeld in drie stukken voor de leesbaarheid) 

                                        De sporen werden met fotogrammetrie opgenomen.

 

 

 

 

Foto's van de ongevalscène:

 

 

 

De Citroën :

 

 

De bromfiets :

 

De sporen op de plaats van botsing: 

    bemerk de kras vanwege de bromfiets.

 

De sporen over het uittredetraject van de voertuigen:

 

De contactfase gesimuleerd met PC-CRASH:

 

 

ONGEVAL 2

De auto, een Peugeot 406, volgt de hoofdweg.  De bromfietser  komt uit een rechtsgelegen zijstraat en dwarst op snelheid de hoofdweg van rechts naar links. De hoek is onoverzichtelijk.

Droog asfalt wegdek.   Ongeval bij duisternis en werkende openbare verlichting.

De Peugeot-bestuurder was nog niet op remming gekomen op moment van de botsing.  (Werd uitgemaakt aan de hand van de contactsporen van de voorste nummerplaat van de Peugeot in de flank van de bromfiets en vergelijking van de hoogtes. Er was nog geen duikeffect door remming op de Peugeot)

De bromfietser werd tegen de gevel geslingerd van de woning links voorbij het kruispunt. Hij werd dodelijk gewond.

De bromfiets werd nà botsing over het uittredetraject van de Peugeot dadelijk terug gevat en vooruitgestuwd door de Peugeot, waarbij de bromfiets deels onder de voortrein van de Peugeot raakte.  Dat beïnvloedde de remvertraging van de Peugeot, die ABS remmen had.

De aanrijdingssnelheid van de Peugeot werd in de buurt van 75 km/u bepaald met een marge van +/-10%.

 

De ongevalschets : (voor de leesbaarheid opgedeeld in twee stukken)

 

De onderlinge stand van de voertuigenbij botsing :

 

De plaats van botsing en de sporen op de plaats van botsing:

 

De sporen over het uittredetraject:

 

De eindposities:

 

De schade aan de voertuigen: