Inleiding

Oorspronkelijk hadden wij deze uiteenzetting opgesteld als cursus, die wij doceerden aan de West-Vlaamse Politieschool in het kader van de voortgezette opleiding.  Zij werd er praktisch toegelicht met dia's en videobeelden.  De opkomst van het internet laat toe vooral dit beeldmateriaal  - want in deze branche zegt één foto of tekening meer dan duizend woorden -  door te geven via dit internet.  Die cursus wordt thans regelmatig aangevuld op deze internetsite.

Huidige cursus bevat niet alleen een aantal nuttige wenken ten behoeve van de verbalisanten, die behulpzaam kunnen zijn bij hun vaststellingen in materie van verkeersongevallen. Zij legt ook uit waarom bepaalde punten bij die vaststellingen belangrijk zijn. Daartoe wordt de link gelegd naar de technische ongevalsanalyse zelf, die nadien gebeurt, maar waarin een aantal gegevens van de processen-verbaal van de verbalisanten noodzakelijk gebruikt worden. Op die wijze is deze nota ook leerrijk voor diegene die ofwel beroepsmatig ofwel uit persoonlijke interesse verder wenst te gaan dan de loutere vaststellingen. Zo is zij ook dienstig voor al wie tevens het verkeersongeval moet beoordelen.

De sporen op het wegdek zijn bij vaststellingen inzake verkeersongevallen van primordiaal belang omdat zij vooreerst zeer veel kunnen leren omtrent het verloop van het ongeval en in belangrijke mate bijdragen tot de reconstructie van het ongeval. Maar vooral is het zo dat die sporen, anders dan bijvoorbeeld de wrakken, zeer snel verdwijnen en dus zelden achteraf nog kunnen onderzocht worden. De sporen op het wegdek moeten dus zo spoedig mogelijk vastgelegd worden.

Het is verder belangrijk die sporen precies op te meten en in te brengen op een nauwkeurige schets van de plaatssituatie. Het is ook belangrijk foto's te nemen.
De invoering sedert ca. 1995 van computersimulatieprogramma's in de ongevallenanalyse brengt mee dat een ongeval nauwkeuriger kan geanalyseerd worden. Maar toepassing van die programma's vereist in de eerste plaats een nauwkeurige en gedocumenteerde ongevalschets, correcte en volledige opname van de sporen, foto's van de schade aan de voertuigen en foto's van de sporen.


Tekst, die (van ongevaltechnische kant bekeken) vooral nuttig is voor de verbalisanten en die van nut kan zijn bij de opstelling van het PV, wordt hierna voor de duidelijkheid met rood aangelijnd.

De gegevens in deze cursus zijn in de eerste plaats gebaseerd op ervaring die de auteur, Dirk Christiaens, opdeed als ongevallendeskundige  voor voornamelijk het Parket te Kortrijk sinds 1983 en waarvoor hij de parketmagistraten, die hem die opdrachten tot onderzoek gaven, overigens erg dankbaar is. Want het staat buiten kijf dat in deze materie de veldervaring belangrijk is en die kan men vooral opdoen vlak nadat zo een ongeval gebeurde op een moment dat de verbalisanten de ongevalscène en de ongevalsporen nog vrijwaren. Daar leert men door interpretatie van het schadebeeld en de sporen hoe een ongeval gebeurt. En vanuit de wetenschap, die men daar opdoet, kan men dan enerzijds zeggen waar moet op gelet worden bij de vaststellingen van zo een ongeval, en anderzijds zeggen hoe een ongeval ontstaat en wat er kon en kan gedaan worden om het te vermijden.   In 1999 kwam ook Johan Depuydt erbij als ongevallendeskundige en treedt die ook frequent op als parketdeskundige in materie van ongevallen. Een aantal van de foto's in deze cursus, die gelden als illustratie, zijn afkomstig uit ongevallenanalyses van ing. Johan Depuydt. 

 

Sedert meerdere jaren zijn wij tevens partner in IBB-forensic een internationale groepering van ongevallenexperten rond dr. H. BURG uit Duitsland. www.ibb-forensic.de Dit is een groepering waarin kennis en know-how gedeeld wordt. Het is heden ten dage inderdaad onmogelijk geworden als enkeling nog volledig op de hoogte te blijven van de laatste stand der techniek. Men kan als enkeling ook niet alle seminaries in europa of elders in de wereld meemaken. Het is als enkeling ook financieel niet haalbaar om zelf regelmatig crashtesten en onderzoek uit te voeren.

Die groepering legt zichzelf ook maatstaven op qua kwaliteit. Er worden "ringtesten" georganiseerd onder de partners, waarbij testongevallen geanalyseerd worden. Zulke ringtest bestaat daarin dat door een kern van enkelen een geheime crashtest wordt op touw gezet, waarbij dan de botsingssnelheden gemeten worden met geschikte apparatuur (lichtstraal - DAQ-analyser, camera, ...). Enkel de situatie na ongeval (sporen, schade, eindposities, voertuiggegevens) wordt dan meegedeeld aan de deelnemers van de ringtest, zijnde hetgeen de deskundige aantreft aan gegevens na een werkelijk ongeval. En dan dienen door de deelnemers aan de ringtest de botsingssnelheden berekend en dient men zijn resultaten binnen een bepaalde marge te hebben.

Zie bijvoorbeeld de ringtest 2005 : ringtest 2005  waarin men de botsingssnelheden op +/- 3km/u moest berekenen (en waarin de beide ongevallendeskundigen van ons kantoor overigens slaagden).